Supertip: Hoe bouw je een bijpersonage uit?

Als je deze blog over het maken van een fantasy landkaart gelezen hebt, weet je dat ik momenteel aan een nieuw manuscript werk. Op het laatste moment heeft een van mijn bijpersonages bedacht dat ze een hoofdpersonage moet worden. Wat doe je dan? Dan heeft ze ineens een (uitgebreider) achtergrondverhaal nodig. Maar ik kende haar zelf niet eens. Hoe moest ik haar verhaal dan gaan schrijven?
Tip van René: begin een gesprek in je hoofd
Tijdens een gesprek met een collega bedacht is dat ik marketing technieken ook kan toepassen op het manuscript! De tip die collega René me gaf, is om een gesprek aan te gaan met je doelgroep. Dat werkt ontzettend goed voor content marketing, dus waarom niet ook voor het schrijven van fantasy boeken? Ik ben dus een gesprek in mijn hoofd aangegaan met bijpersonage Cleo en dat heb ik in deze blog beschreven. Cleo heeft me dankzij René kunnen inspireren om mijn manuscript een nieuw leven in te blazen. Weg writersblock.


Benieuwd hoe zo’n gesprek in je hoofd er dan uitziet?

Dit is wat ik geschreven heb op basis van de nieuwe golf aan inspiratie. (Meteen ook een voorproefje van het manuscript met de werktitel Vogelvrij trouwens ;)) Laat me vooral via Instagram weten wat je denkt!

Het zonlicht straalt warm naar binnen terwijl Cleo ineens in mijn woonkamer verschijnt. Toegegeven, het is ook mijn keuken en eetkamer, dus veel ruimte voor haar is er niet. Ze vouwt dan ook meteen haar armen over elkaar en trekt haar neus op.
Het eerste dat ze tegen me zegt, is: ‘Het is te druk hier. Ik word er onrustig van. Had je niet kunnen opruimen?’
‘Dit is hoe het er hier uitziet als het opgeruimd is,’ antwoord ik schouderophalend en ik klap mijn laptop open. ‘Ik heb nou eenmaal veel spullen.’ Dat is ze in de schuilplaats natuurlijk niet gewend.
‘Hm, dat zie ik ja.’ Cleo draait nog een rondje met mondhoeken die afkeurend naar beneden hangen.
‘Het is je eigen schuld dat je hier bent hoor. Jij begon zelf over je zussen, dus nu moet ik een heel verhaal bedenken over je jeugd.’ Het klonk defensiever dan ik wilde, maar dit manuscript moet perfect zijn. Het moet beter zijn dan alles dat ik ooit heb geschreven. Als Cleo niet helpt, gaat dat ‘m niet worden.
Cleo zwiept haar korte, zwarte haren over haar schouder en kijkt op me neer. ‘Ik verdien gewoon beter dat de positie die je me hebt gegeven. Hielder en Vink zijn helemaal niet zo interessant hoor.’ Ze bekijkt haar nagels en wrijft een losse wimper van haar wang, secuur genoeg om haar zwarte oogmake-up niet uit te vegen.
‘Als je me wat meer over je opvoeding vertelt, ben je hier zo weer weg, goed?’
‘Prima. Ik had heel veel zussen en we woonden tussen allemaal boerderijen in een dorp ver achter Verendael.’
Stilte.
Met samengeperste lippen en een blik van ongemak in mijn ogen kijk ik op. ‘Dat is niet alles dat je gaat vertellen toch? Daar kan ik niets mee.’
Cleo rolt met haar ogen en zucht diep. ‘Van mijn zes zussen was ik de jongste en we hielden allemaal veel van elkaar. Ben ik nu klaar?’ Ze laat haar blik nog eens over mijn boekenkast glijden, zonder afkeuring dit keer.
Vermijdt ze bewust mijn oogcontact? Haar vingers friemelen als vanzelf aan haar nagels en Cleo trekt haar schouders op. Ze is zenuwachtig. Dat betekent dat ik door moet vragen.
‘En wat voor werk deden je ouders?’
Cleo slikt en knippert vluchtig. ‘Ze tuinierden en maakten theerecepten voor het hele dorp. Iedereen kwam naar ons huis als ze thee of advies over kruiden wilden hebben.’
‘En je zussen? Wat deden die?’
‘We hielpen, allemaal.’
Ik schraap mijn keel en zet me schrap voor de volgende vraag. Deze zou het moeilijkst zijn, maar dit was het enige antwoord dat ik echt moest hebben. Dit zou alles veranderen. ‘Cleo, waarom ben je naar de schuilplaats van Madam gekomen? Wat is er thuis gebeurd dat je moest vluchten?’
Het meisje voor me sluit haar ogen en ademt diep door haar neus in. Ik hoor iets van snot rondkolken, maar niet genoeg om het echt snotteren te noemen. Ze blaast uit door haar mond en antwoordt.
‘De jagers wisten van mijn magische krachten af en toen moest ik vluchten. Klaar. Mag ik nu terug?’ Cleo opent haar zwartomrande, amandelvormige ogen en kijkt me recht aan. Er staat een laagje water in dat schittert in het zonlicht.
Mijn wenkbrauwen kantelen omhoog uit medeleven, maar we weten allebei dat we door moesten zetten.
‘Prima, ik vertel je wat er gebeurd is, maar ik vertel het alleen aan jou. De rest mag het pas weten wanneer ik er klaar voor ben. Beloof het me.’ Het klinkt als een dreigement en smeekbede tegelijkertijd.
Ik knikt resoluut. ‘Natuurlijk. Het is jouw verhaal om te vertellen. Ik ben alleen degene die het opschrijft.’
Cleo knikt en laat haar steile haar langs haar gezicht dansen. Ze vouwt haar armen opnieuw over elkaar en knijpt in haar bovenarmen. ‘Goed. Daar gaan we,’ kondigt ze aan, gevolgd door een diepe zucht. ‘Ik heelde mensen in het geheim en iemand had geklikt. De jagers vonden ons huis en een van mijn zussen heeft zich opgeofferd zodat ik kon blijven helen.’
Ze praat zo snel dat ik haar amper kan bijhouden en mijn mond valt open. ‘Hè? Wacht even. Als je zus zich heeft opgeofferd, waarom moest je dan alsnog vluchten?’
De Heelmaner perst haar lippen samen en staart naar het plafond. Haar schouders schokken een enkele keer voordat ze verder vertelt.
‘Ik was de enige Heelmaner in onze familie, dus ik heelde de dorpelingen als ze me nodig hadden. Net genoeg zodat ze geen pijn zouden leiden. Net genoeg zodat ze weer op het land konden gaan werken. Net genoeg zodat het niet verdacht zou zijn dat ze zo snel weer beter waren. Maar ik was te onvoorzichtig.’
Knipperend uit onbegrip kijk ik op van mijn laptop. Dat verraste me, omdat Cleo in de schuilplaats altijd zo nauwkeurig is. Ze beet hard op haar onderlip en haar bovenarmen trokken wit weg onder haar eigen greep.
‘Wat is er fout gegaan?’
Nu snikt ze duidelijk hoorbaar. ‘Ik heelde iedereen! Iedereen die met een zielig verhaal kwam, wilde ik helpen. We hadden er nooit bij stilgestaan dat iemand ons zou verraden en toen de jagers kwamen… Toen hebben ze Nefa…’
Cleo zakt op de grond en legt haar gezicht in haar handen.
‘Als oudste zus voelde ze zich verantwoordelijk. De jagers namen haar mee nadat ze zogenaamd had opgebiecht dat zij de Heelmaner was. Met vooruitgestoken kin en gebalde vuisten natuurlijk, dat is hoe ze was. Ze deed alles met trots en overtuiging. We hebben haar nooit meer gezien, zodat ik kon blijven helen.’
‘Het spijt me van je zus,’ fluisterde ik. Ik wil niet zeggen dat blijven helen onverstandig was, maar…
Gelukkig praat Cleo verder. ‘Dat had ik nooit moeten doen. Ik had meteen onder moeten duiken, maar ik kon de dorpelingen niet zomaar wegsturen. Het zou mijn hart gebroken hebben. Tijdens het vluchten huilde ik zo hard dat ik bijna geen adem kon halen. Als Hielder me niet gevonden had in het bos, was ik daar misschien op de grond blijven liggen van ellende.’
‘Kwamen de jagers terug? Is dat waarom je gevlucht bent? Hoe ben je op tijd weggekomen?’
‘Onze buurvrouw waarschuwde ons. Na de eerste inval stond ons hele dorp op scherp. Zodra iemand iets verdachts zag, werd het nieuws doorgegeven tot het bij ons aankwam. Ze wilde niet nog een van ons verliezen.’
‘Jij en je zussen waren vast ontzettend geliefd in het dorp.’
Cleo knikte terwijl ze tranen en zwarte make-up over haar wangen smeerde. Ze haalde haar neus luid op. ‘Ons hele dorp was een grote familie. Als inwoners noemde we het Moedershof, omdat we één groot gezin waren. Het deed me zoveel pijn om iedereen achter te moeten laten, maar ik kon niet anders. Tot de dag van vandaag weet ik nog steeds niet of ze terug waren gekomen, omdat Nefa niemand kon helen of omdat we opnieuw verraden werden. Misschien hadden de jagers wel een spion achtergelaten om te controleren of Nefa zogenaamd echt de enige Maner was. En Nefa… Ik weet nog steeds niet…’
De Heelmaner laat een hartverscheurende kreet los terwijl ze met haar handen door haar haar gaat. Ik was met stomheid geslagen.
Plotseling kijkt Cleo naar me op, alsof haar iets te binnen schiet. Ze krabbelt overeind en staart me met grote ogen aan. ‘Jij. Kun jij me niet vertellen of ze nog leeft? Jij schrijft het verhaal toch?’
Ik slik, niet wetende hoe ik hierop moet antwoorden.
‘Zeg het me,’ eist Cleo met haar vuist op mijn bureau.
‘Dat is geen onderdeel van jouw verhaal,’ geef ik eerlijk toe. ‘Dat is Nefa’s verhaal en ik weet niet of…’
Cleo draait zich met gebalde vuisten van me weg. ‘Ik wil naar huis. Dit heeft helemaal niets voor me betekent. Je bent een egoïstisch wezen, weet je dat?’
Typisch voor haar om zich af te reageren, maar ze heeft gelijk.
‘Dat klopt. Je verdient beter. Ik ben degene die jouw verhaal schrijft en het wordt beter, beloofd.’
De Heelmaner werpt een blik over haar schouder voordat ze verdwijnt.
‘Daar houd ik je aan.’

De rest van Cleo’s verhaal volgt natuurlijk in het manuscript dat ik momenteel aan het schrijven ben. Laat vooral weten (via Instagram bijvoorbeeld) wat je vond, wat voor vragen je nog meer beantwoord zou willen hebben over Cleo en Vogelvrij, en of je nog een spelfout tegen bent gekomen ;) Maakt het je nieuwsgierig? Heb je een goed beeld van Cleo’s persoonlijkheid kunnen krijgen? Denk je dat ze inderdaad een grotere rol in Vinks verhaal verdient? Tot de volgende update!


Twitter Facebook LinkedIn Volgen


Supertip: Hoe bouw je een bijpersonage uit?

Een kort, romantisch verhaal op Koningsdag

Een kort, romantisch verjaardagsverhaal

Een kort, nuchter Valentijnsverhaal

Een kort, romantisch Halloweenverhaal

Productief schrijven: werken schrijfsprintjes?